Met ezels door de bergen

Van jeep tot ezel

Het eerste stuk gaan we nog met onze jeeps. Onderweg moeten we stoppen voor een wegversperring. We worden aangehouden door mensen die aan de weg werken en van ons een tol verlangen. De chauffeurs kijken daar niet erg van op, want het geld ligt al klaar in het dashboardkastje. Pas als zij betaald hebben wordt de versperring - een kruiwagen vol stenen - weggehaald en kunnen wij doorrijden. Nu eerst nog levensmiddelen en drinkwater inslaan en dan bereiken wij eindelijk de afgesproken plek, waar 4 ezels en hun begeleiders al staan te wachten. Het duurt even voor onze bagage en de tenten, waarin we zullen overnachten, zijn opgeladen, maar tenslotte gaan we toch op weg. Zelf dragen we ons drinkwater en fototoestel of videocamera en wat we verder onderweg nodig denken te hebben.

We volgen de paden die al eeuwenlang door de Jemenieten en hun ezels zijn gelopen. Ferme klimpartijen en steile afdalingen volgen elkaar op. Het uitzicht over de bergen verderop en de eeuwenoude dorpen op de toppen van steile rotsen zijn adembenemend. Ware vestingen zijn het, veelal hoog opgetrokken uit blokken steen. Deze zijn gehakt uit de omringende bergen en hebben daarom dezelfde kleur. Zo vormen de dorpen één geheel met de bergtop waarop ze zijn gebouwd. We komen bijvoorbeeld langs een dorp dat overwegend groen van kleur is en een ander waarin roodbruin overheerst.

De toegang tot het dorp is vaak beperkt tot een enkel pad. Dat pad loopt tegen de berg op naar een versterkte poort, die afgesloten kan worden. Vroeger was dit regelmatig nodig, wanneer het dorp ruzie had met het dorp van een naburige hoofdman, of wanneer rovers door de streek trokken. Nog steeds worden er bijna geen huizen buiten de beschermende vesting gebouwd. Als er meer woonruimte nodig is, worden de bestaande huizen uitgebreid met extra verdiepingen. Ieder huis kan zo wel 5 tot 8 verdiepingen tellen, waar verschillende generaties van een familie wonen.

Het zijn vooral kinderen en vrouwen die we op ons pad tegenkomen. De vrouwen ploeteren meestal verder met de balen gras of andere spullen die ze dragen. De kinderen echter houden de pas in, want ze willen maar al te graag een praatje maken. Op één van de plaatsen waar we wat langer rusten, komt een groepje kinderen op een steen verderop zitten om ons te bekijken. Eerst zijn ze met elkaar aan het ginnegappen en stoten zij elkaar aan bij alles wat wij aan het doen zijn: water drinken, broodje tomaat met fettah eten, dagboekje bijwerken of: foto´s maken van de kinderen die ons zitten te begluren. De grotere meisjes houden zich een beetje op de achtergrond, maar de jongens vinden de "indringers" in hun gebied reuze interessant. Het gebeurt immers niet vaak dat mensen gewoon voor hun lol over de moeilijk begaanbare paden wandelen. De brutaalsten komen al dichterbij en niet veel later volgt er een Engelse les van de "witte juf", die de woordjes in een schrift opschrijft en dan vraagt hoe het in het Arabisch heet. Dat levert nog meer hilariteit en een paar leuke foto´s op.

Maar goed, we gaan verder, want voordat het donker is moeten we een geschikte plaats vinden om te overnachten en onze tenten hebben opgezet. Omgeven door een drietal bergdorpen vinden we in de bocht van een wat grotere weg een tamelijk vlak stuk grond. Daar worden de ezels afgeladen en de tenten opgezet. Kleine 3 persoonstenten voor de Europese wandelaars en een grote tent, waarin eten gekookt kan worden en de Jemenietische begeleiders en gidsen slapen. De ezels worden kort aangebonden en beginnen de grond tussen de tenten kaal te vreten.

Onze begeleiders blijken ook voortreffelijk te kunnen koken. Terwijl we zelf bezig zijn onze tent op orde te krijgen, de slaapzakken uit te rollen en een plekje te zoeken waar we even rustig alleen kunnen zijn, wordt door hen een eenvoudige, maar voedzame maaltijd gekookt. Het smaakt ons allemaal goed, want wandelen in de bergen maakt moe en hongerig.

Intussen is het donker geworden en de temperatuur gedaald. We zitten met zijn allen in de grote tent en proberen met onze Arabische gastheren te praten. Dat lukt met handen en voeten erbij. Onze reisleidster spreekt goed Arabisch en ook een van de leden van de groep komt aardig weg. De meesten van ons moeten het echter doen via één van deze twee personen of ons tevreden stellen met het zeer gebrekkige Engels, dat de arabieren spreken. Dat valt eigenlijk niet mee, want we willen best wel veel weten over Jemen en het liefst uit de mond van de Jemenieten zelf. Het lukt niet meer informatie te krijgen dan we zelf al in de reisgids gelezen hebben. Jammer dat we niet rechtstreeks kunnen praten met onze begeleiders.

Het wordt tijd de tent op te zoeken, want de vermoeidheid van een hele dag door de bergen wandelen doet zich gelden. De sanitaire voorzieningen zijn op bescheiden afstand van de tenten, achter bosjes en struiken. In ieder geval uit het zicht van de rest van de groep. Het is wel de bedoeling de omgeving zo schoon mogelijk achter te laten. Dus het afval dat wij veroorzaken, zoals lege verpakkingen en dergelijke, wordt opgestookt in een kampvuurtje, dat inmiddels lustig brandt.

Die nacht is het niet rustig. Het regent een klein beetje en de ezels staan zo dicht bij onze tent dat wij het grazen en kauwen luid horen. Soms schudt de tent als er een scheerlijn in de weg zit en een ezel er achter blijft haken. Gelukkig stort er geen enkele tent in. Meer schokkend is het geluid dat later tot ons doordringt. Af en toe klinkt er gedreun in de nacht. Onze begeleiders lopen keer op keer tussen de tenten door om te zien of ze goed zijn afgesloten. De hele nacht blijft er bewaking wakker. Verderop blijkt er geschoten te worden, dichtbij en wat verder weg, waarschijnlijk bij het dorp op de berg, waar we vanmiddag langs gekomen zijn. Het kan zijn dat een dief wordt afgeschrikt, maar het kan ook een burenruzie zijn. We komen het niet te weten. De volgende ochtend worden we van onze begeleiders niets wijzer. Op de velden rondom ons wordt gewoon sorghum geoogst. We breken onze tenten op, eten een eenvoudig ontbijt met brood en smeerkaas. Gelukkig is er ook koffie.

 

ga verder ga terug