Met ezels door de bergen

Al Hajjara

We wandelen via een korte weg terug naar de funduq, waar we al eerder gelogeerd hebben. Zodra de kamers ingedeeld zijn, kunnen we wat rusten, voordat het middageten wordt opgediend. De rest van de middag is vrij. Dat betekent dat er gelegenheid is om het dorp, dat op een steenworp afstand ligt, wat nader te bekijken.

In feite staat onze funduq net buiten het "oude" dorp, dat iets verderop op de top van een berg is gevestigd. Om er te komen moeten we dus eerst door het "nieuwe" dorp, een stukje omlaag om vervolgens langs een smalle weg weer omhoog te gaan om de enige toegang tot het vestingdorp te kunnen bereiken.

Maar eerst passeren we enkele halfgesloten stalletjes, waarvan echter snel de luiken worden geopend, zodra men ons ziet aankomen. Er wordt van alles aangeboden. De concurrentie is hevig en onze groep is maar klein. Dat moet dus op een teleurstelling uitlopen. Bovendien is het druilerig weer en hebben we niet veel tijd
De toegang tot het dorp bestaat, zoals bij al deze vestingdorpen, uit een poort, die stevig gebarricadeerd kan worden. In ons geval door iemand die ons een toegangskaartje verkoopt. Het bedrag is niet hoog, maar toch, het idee, het toerisme betekent inkomsten. Eenmaal voorbij de poort staan we oog in oog met de befaamde hoge huizen: verschillende verdiepingen, opgebouwd uit blokken steen, zoals we steeds van veraf gezien hebben tijdens onze wandeling.

Rotsachtige, smalle straatjes wentelen zich omhoog en omlaag. Het is voortdurend uitkijken waar je je voeten zet, want overal zijn gootjes en losse stenen.Maar de bewoners malen daar niet om. Met allerlei bagage op hun hoofd lopen een paar meisjes ons voorbij, andere kinderen spelen met een zelfgemaakte bal en springen op en neer tussen de huizen. Zodra ze ons zien, proberen ze een ballpoint los te peuteren, of minstens een stukje kauwgom. Soms vragen ze geld als je een foto wilt maken.

Wij hebben geluk Terwijl we naar een huis staan te kijken, komt de eigenaar naar buiten. Hij nodigt ons uit om zijn huis van binnen te bekijken en thee te drinken. Maar al te graag maken we van het aanbod gebruik, want zo’n kans krijg je niet vaak. We volgen onze gastheer door een eenvoudige, maar stevige deur en klimmen half op de tast enkele trappen naar boven.
Iedere verdieping in het huis heeft een eigen functie. Op de begane grond, die qua oppervlakte het grootst is, verblijven de beesten die overdag buiten op de velden grazen. Daarboven beginnen de woonvertrekken. Niet alle vertrekken liggen per verdieping op hetzelfde niveau. Vaak moet je nog enkele treden op of af om in een volgende ruimte te komen. Het blijkt dat de huizen steeds hoger gebouwd worden naarmate men meer ruimte nodig heeft. Daarom is de basis erg stevig met muren die soms wel 60 of 70 cm. dik zijn. Zodra men hoger komt worden de muren smaller, maar nog altijd stevig genoeg om er eventueel nog een verdieping bovenop te bouwen.

Op de hoogste verdieping is vaak de "mooiste" kamer te vinden, die gebruikt wordt om vrienden te ontvangen en te ontspannen. Tegenwoordig wordt deze kamer veel gebruikt om quat te kauwen. We drinken thee op de één na hoogste verdieping. Dit is de huiskamer, waar een paar kinderen met hun leerboeken zitten en waar een televisietoestel in de hoek staat. Weer blijkt de taal een barrière om een gesprek te beginnen, maar foto´s kijken is internationaal. Vaker zijn toeristen hier binnen geweest, blijkt uit de plaatjes die de familie ons trots laat zien.

Ook wij maken een paar foto´s van de kinderen, zittend in de deuropening. We mogen ook even op het dak kijken. Vandaar hebben we aan de ene kant een mooi uitzicht over het dal beneden ons. Aan de andere kant kijken we over de daken van de huizen in het dorp.

Bij het buurhuis ontdekken we een raam dat al enkele eeuwen oud moet zijn, net als de huizen zelf trouwens. Het "glas" bestaat nog uit het vroeger veel gebruikte albast, een steensoort dat in dunne schijven zo doorzichtig is, dat het licht doorlaat. Ideaal materiaal dus om je huis te beschermen tegen de kou en toch wat licht binnen te krijgen. Af en toe zie je nog huizen, waarin de ramen zijn afgesloten met albast, maar de meeste vensters bevatten intussen glas. Vaak zie je ook kunstig gemaakte taferelen van gekleurd glas, die door het binnendringende licht een betoverende sfeer in de ruimte gevenNa de thee en de verzekering dat we de gemaakte foto´s zullen opsturen, dalen we weer af langs de smalle trap en vervolgen wij onze ontdekkingstocht door het dorp. De paden tussen de huizen zijn niet altijd even makkelijk te belopen door het alsmaar wisselend niveau, maar we slagen er toch in een goed inzicht te krijgen in hoe het dorp in elkaar zit. Tegen de buitenkant van het dorp blijkt een wijk gebouwd te zijn, waar voorheen Joodse mensen woonden. Deze konden blijkbaar niet in het dorp terecht vanwege hun afwijkende geloofsovertuiging. Nu zijn de huizen bewoond door Jemenieten uit het dorp zelf. De wijk staat alleen nog bekend als de "Joodse wijk".

We komen zowaar ook nog een "souvenir-gelegenheid" tegen. Een oude vrouw heeft op een doek, die op een grote steen ligt, enkele sieraden en gebruiksvoorwerpen uitgestald. Ze gebaart ons om er eens naar te kijken. Nieuwsgierig als we zijn doen we dat maar, ook al hebben we nog niet zo´n behoefte nu al souvenirs te kopen, omdat we het gevoel hebben nog maar net in Jemen te zijn. Het zijn eenvoudige dingen, die wellicht overtollig zijn en daarom te koop worden aangeboden. Of de vrouw heeft geld nodig.

Het oog van een van de vrouwen van de groep valt op een halsketting, die meteen met veel gebaar gedemonstreerd wordt. Helaas is de draad die de kralen en het zilverwerk bij elkaar houdt niet zo stevig. De ketting breekt en de kralen en stukjes bewerkt metaal vliegen in het rond. Overal liggen de onderdelen verspreid door onze onhandigheid. Om de vrouw niet teleur te stellen zoeken we met zijn allen de verschillende stukjes bij elkaar en kopen het handeltje. Lekker werkje voor thuis en een mooi verhaal als herinnering daarbij.


Het programma in de funduq wijkt niet af van de vorige keer. Sommigen van ons proberen de quat en liggen half op hun zij in de ontvangstruimte, waar ook enkele jemenieten hun quat kauwen en soda drinken. Opnieuw is er lekker eten en tijd voor Jemenietische folklore. De trommels en de fluiten komen tevoorschijn. Enkele gasten worden gecharterd voor de danspartij en het feest kan beginnen.

Helaas is het voor ons vroeg bedtijd. Door het vele lopen en het slechte slapen van de afgelopen nacht zijn we toe aan een goede nachtrust. Bovendien moeten we morgen vroeg op, want we gaan met de jeeps een eind naar het Zuiden, op weg naar de wandeling door de woestijn.

ga terug