Warschau

woensdag 23 augustus 2000

We staan nu wel in Warschau, maar kunnen niet eens een kopje koffie kopen. Dus eerst maar op zoek naar een bank om Pools geld te wisselen. We zitten - over van vorige reizen - nog met een aantal reischeques in Duitse marken. Die zullen we nu maar eens gaan opmaken. Maar het blijkt moeilijk om cheques te wisselen. Op veel plaatsen vind je kleine kantoortjes waar je dollars en marken kunt wisselen. Voor de cheques moet je echter naar de Bank van Polen onder het Marriot Hotel dat tegenover het Centraal Station staat. Het is nog een heel gedoe om die bank te vinden. Buiten zie je allemaal hoge gebouwen en brede straten. Maar onder de grond is het een wirwar van straatjes met winkels en vele opgangen naar boven.


Terwijl Ine met de bagage op een terras in de hal van het station zit, zoek ik me een weg in de doolhof onder de grond. Af en toe loop ik een trap op naar boven om te zien waar ik ongeveer ben. Steeds blijkt het ergens anders dan ik denk. Ook het kantoor van de bank ziet er anders uit dan ik vermoedde. Een kleine wachtruimte en een balie, waar men blijkbaar niet veel mensen verwacht. De meeste mensen halen het geld uit een automaat, die bij de ingang staat. Ook het wisselen lijkt geen alledaagse bezigheid, want ik wacht een kwartier tot iemand terugkomt met de cheques die ik heb afgegeven. De boodschap luidt dat de handtekening die ik gezet heb niet lijkt op die ik ooit eens eerder heb gezet. Nog maar eens tekenen op de achterkant. Daar is meer ruimte, dus lukt het nu beter.Oké, nog even wachten. Eindelijk is er geld, minder dan verwacht, maar men heeft nu eenmaal liever kontant geld dan cheques en er gaat ook nog provisie van af. Het is overigens makkelijk om geld uit de muur te halen. Op veel plaatsen zijn geldautomaten, die in ieder geval onze postbankpas accepteren en geld uitbetalen met een keuze aan hoeveelheden en een gunstige koers bij de afrekening in Nederland.

Nu is het mijn beurt om de bagage in de gaten te houden. Ine is bij de Tourist Information in een hoek van het station om te informeren naar een betaalbaar hotel en de speciaal te bezoeken plaatsen in Warschau. Er is een hotel, waar een kamer voor 2 personen met ontbijt 200 Zloty kost. We weten niet of dat duur of goedkoop is, maar het past in ons budget, denken we. Omdat de telefonische reservering niet lukt, geeft de vrouw van de Tourist Information ons een briefje mee met de nummers van de bus en de halte waar we moeten uitstappen. Kaartje moeten we zelf kopen bij een van de kiosken in het station. De halte is aan een van de grote wegen die rondom het station lopen.

Voor het eerst zijn we in Oost-Europa en hoewel een van de eerste opvallende gevelreclames van 'Nationale Nederlanden' is, voelen we ons losgelaten in een 'andere' wereld. Dit komt vooral omdat de taal onbegrijpelijk is en nauwelijks lijkt op het Frans, Duits of Engels, waarmee we ons bijna overal elders verstaanbaar hebben kunnen maken. Hier blijven we een paar dagen, voordat we verder naar het Oosten trekken.
Al meteen krijgen we een van de meest markante gebouwen van de stad te zien. Een boek over Polen uit 1973 vermeldt trots dat het een van de hoogste bouwwerken van Europa is, tot 60 kilometer ver te zien. Het Paleis voor Kultuur en Wetenschap is 234 meter hoog, heeft 3288 zalen en kamers en wel 33 liften. Het gebouw is een geschenk van Rusland en werd gebouwd in de jaren 1952-1955. Het is nu ondermeer een museum, maar er bevinden zich ook een congreszaal voor meer dan 3000 personen, 4 theaters en 4 bioscopen in het gebouw.

Enkele keren stopt er een bus, waarvan wij denken dat het de goede is. Maar als wij de chauffeurs het briefje laten zien waarop de dame van de Tourist Information de uitstaphalte heeft geschreven, schudden zij het hoofd en rijden door. Een voorbijganger trekt zich ons lot aan en vraagt de volgende buschauffeur hoe het nu precies zit. Blijkbaar kan hij wel duidelijk maken waar wij naar toe moeten en krijgt hij de goede informatie, want hij gebaart ons te wachten. Dan komt er weer een bus met een van de nummers die op het briefje staan. We kunnen instappen en drie haltes verder moet het dan zijn. De gezochte straat is een zijstraat van de hoofdweg, waar de bus stopt! Op zich niet zo ver, maar met alle bagage toch nog wel een eind om te lopen.
Het hotel heeft kamers vrij en we boeken meteen voor twee nachten. Zo, uitpakken en dan onze benen strekken op de bedden in de krappe, maar van radio en televisie voorziene kamer. Eerst maar een uurtje rusten, want slapen in de trein is wel leuk, maar echt uitgerust voelen we ons niet. En een lekker bad is al helemaal een godsgeschenk na het zielige straaltje in een te klein wasbakje.

Het oude centrum van Warschau ligt op loopafstand van het hotel. We zijn voldoende uitgerust voor een stevige wandeling. Gewapend met fototoestel en de rest van ons Poolse geld volgen we de weg aan de hand van het kaartje dat we bij de Tourist Information gekregen hebben.

Warschau heeft een prachtig en statig oud stadsgedeelte dat makkelijk te belopen is. Op veel plaatsen is nog een oude stadsmuur te zien, die soms ook weer in oude glorie is hersteld. Veel kerken, waarvan sommige zeer rijk zijn versierd. Opvallend zijn de met goud belegde of met saffieren afgezette beeltenissen van Maria, die in Polen een bijzondere plaats in de eredienst inneemt.

Een regenbui verstoort even ons plezier, maar juist dan is het goed toeven in een van de vele kerken, waar toevallig ook nog een eredienst met gezangen begint. Inmiddels is het trouwens ook tijd om eens wat te eten, voordat we weer naar het hotel terug gaan. Dat wordt een stuk pizza, een falafel en een kebab aan één van de stalletjes in het oude stadsgedeelte. We sluiten de dag af met een lekker biertje en vinden in ons hotel de weldadige rust van een comfortabel bed.

donderdag 24 augustus 2000

Na een piekfijn verzorgd ontbijt gaan we op weg om een ander gedeelte van Warschau te verkennen. We blijven in de omgeving van ons hotel, want voor ons is het allemaal nieuw. Grote, brede straten met grote huizen, winkels op de begane grond en stalletjes ervoor. De winkels verkopen kleding, huishoudelijke artikelen en opvallend veel boeken in deze buurt. Je ziet geen echte warenhuizen als bijvoorbeeld de Hema of V & D in Nederland. We blijven een beetje in de buurt van het Paleis voor Kultuur en Wetenschap. Om er omheen te lopen en alles te bekijken op straat heb je al een halve dag nodig. We nemen er onze tijd voor.

We kopen wat broodjes en fruit voor de lunch, die we onderweg opeten.
De middag besteden we aan een 'voettocht' naar het station. We willen weten hoe laat we de trein naar Brest kunnen nemen voor het vervolg van onze reis. Omdat men bij de Tourist Information Engels spreekt, beginnen we daar ons onderzoek. Zij zijn erg behulpzaam en schrijven onze vraag in het Pools op een papiertje. Daarmee gaan we naar de informatiebalie van het station. Trap op, naar links. Een mevrouw achter een van de loketten kan na het lezen van het briefje alleen maar herhalen: ticket, ticket, ticket! Ons reserveringsbewijs voor de trein naar Brest ligt echter in ons hotel. Ook niet slim, maar het is nu eenmaal zo. Nogmaals: ticket! Verder interesseert het haar niets of we nou geholpen zijn of niet. Er is nog een loket, waar we ons geluk kunnen beproeven. De man daarachter duikt in de computer en geeft ons een papiertje met daarop de vertrektijden van de trein naar Brest: 05.45 uur, een beetje vroeg voor ons. Intussen begrijp ik nu ook hoe de treintijdentabel werkt en vind uit dat er ook een trein vertrekt rond een uur of één. Dat komt ons beter uit. Een bezwaar: deze trein gaat tot de grens en is het de vraag of er ook een aansluitende trein naar Brest is. We leggen de vraag voor aan de man aan het loket. En jawel, uit het hoofd schrijft hij de aansluitende trein op een papiertje. Een hele geruststelling, we hebben nu tijd genoeg om op te staan en in te pakken.

Vlakbij het station is een uitgebreide kleding- en schoenenmarkt. Eigenlijk is het het voorplein van het Paleis voor Kultuur en Wetenschap, dat aan alle kanten zijn uitlopers heeft. We dwalen er een tijdje rond, voordat het tijd is om een patatje te eten en terug te gaan naar het hotel. En dan worden we het slachtoffer van de omvang van het Paleis. We slaan een keer verkeerd af en moeten nu een heel eind omlopen, zodat het laat is als we weer in de buurt van het hotel zijn. Gelukkig is de donut tent op de hoek van de straat, waar het hotel staat nog open. Nog even een "bakkie doen", voordat we teruggaan naar ons hotel en daar het biertje drinken, dat we onderweg hebben gekocht.

- verder: Brest -