9 juli 2006.

Zondagmorgen in de stad. Er is niet veel te doen. Alleen de bakker, de slager, een Chinese winkel met van alles en nog wat zijn open en de boekwinkels met de zondagskranten, die grif worden afgenomen door de in- en uitlopende klanten. Op zondag hebben de dagbladen doorgaans bijlagen, zoals wij die op zaterdag hebben. Misschien dat sommige kranten in Nederland hun zaterdagnummer daarom de weekendeditie noemen. Voor ons is het kopen van een krant op zondag in Spanje vooral afhankelijk of de bijlage die erbij zit, interessant is of niet. Daarbij moet je opletten, want enkele regionale kranten verschijnen zowel in het Catalaans als in het Castilliaans. We maken uiteraard van de gelegenheid gebruik om ook nog tussen de nieuw binnengekomen tijdschriften te neuzen en vinden er een paar, die van onze gading zijn. Over het algemeen zijn de tijdschriften in Spanje goedkoper dan in Nederland. Dat zal wel te maken hebben met de grotere oplages die in het Spaans gedrukt kunnen worden. Maar bij elkaar zijn we iedere keer veel geld eraan kwijt, omdat je makkelijk iets meer koopt dan je in Nederland zou doen.

 

Vanaf 12.00 uur is het museum open. Ine wil daar naar toe, terwijl ik naar het internetcafé ga om ongewenste berichten te verwijderen en mensen, die een e-mail hebben gestuurd te laten weten dat ik voorlopig nog wel even in Spanje ben. De terrassen op de Rambla, waaraan het café ligt, zijn weer gezellig druk met mensen, die even de hitte ontvluchten. Binnen in het café blijkt het door de airconditioning een stuk koeler.

 

Aan het eind van de middag wandelen we naar een riviertje dat beneden door het dal stroomt. Het is niet zo ver weg, maar het is nog erg warm en je weet dat je het hele stuk dat je nu afdaalt, straks weer omhoog moet. We zien onderweg veel verse keutels en afdrukken van schapenpoten die hier vandaag gepasseerd zijn. Misschien op weg naar beneden om te drinken. Er is niet veel water, maar de stroom is toch diep genoeg om niet zonder droge voeten aan de overkant te komen, terwijl de weg hier wel door de bedding loopt. Voor een tractor is het geen enkel probleem, zodat een boer wel bij zijn velden kan komen. We vragen ons steeds af hoe de herder dat doet. Waarschijnlijk steekt hij gewoon op zo’n doorwaadbare plaats over en neemt hij de natte voeten op de koop toe, of hij trekt zijn schoenen en kousen uit. We kunnen het niet vragen, want er is er geen in de buurt.

De eigenlijke bedding van de rivier is vrij breed en ongeveer twee meter diep. Die is misschien gevuld in het seizoen dat er veel regen valt of smeltwater van de bergen komt. Maar nu staat deze grotendeels droog. Wij hebben nooit meer gezien dan het smalle stroompje dat er nu is en iedere keer een andere loop schijnt te hebben. De stenen die we vorige keer op ondiepe plaatsen hebben gegooid om te kunnen oversteken zijn verdwenen en een goede plek om een nieuwe oversteekplaats te maken zien we niet zo gauw. Dus we blijven maar aan deze kant en volgen de loop van het water een beetje tot we niet verder kunnen vanwege wildgroeiend struikgewas. Net als we alweer op weg naar huis zijn, horen we het getinkel van bellen en het geblaat van schapen. Zou er dan toch nog een herder met zijn kudde langskomen? Ik loop snel terug naar de rivier en wordt beloond met een klein groepje schapen die op een rijtje staan te drinken. Gauw wat foto’s gemaakt, want de herder gunt de beesten niet veel tijd. Voordat je het weet zijn de schapen alweer tegen de kant op geklauterd en verdwijnt de herder met zijn kudde uit het zicht. Nu weten we nog niet waar ze oversteken. Maar goed, het is nog een hele klim, voordat we terug zijn in het dorp, waar we ons kunnen laven aan een flinke sloot koud water uit de koelkast.

 

10 juli 2006.

Ine heeft haar plekje beneden gevonden. Op het hoogtepunt van haar activiteiten staat er niet alleen een spinnewiel, maar ook een geïmproviseerde tafel om wol te vilten. Zij wordt zij omringd door flessen water die in de zon liggen te warmen. Zelf zoekt ze steeds de schaduw om het draaglijk te houden. Dat lukt aardig. Ook in huis blijft het over het algemeen bijna 10 graden koeler dan buiten. Op het balkon is het vandaag in de schaduw 37 graden, op mijn werkkamer 35 met af en toe een vleugje wind. In de woonkamer is het 27 graden, helemaal beneden ongeveer 23, terwijl het achter in een donkere "kelder" onder in het huis net aan 20 graden is. Grote verschillen dus in hetzelfde huis. Vanwege de warmte doen we het vandaag maar weer rustig aan.

 

Laat op de avond, als het donker is,  komt in het oosten een grote oranje bal achter de bergwand tevoorschijn. Het is volle maan. Er zit blijkbaar veel vocht in de lucht, want het duurt lang, voordat de grote verlichte cirkel aan de hemel gekrompen is tot normale proporties. Het blijft ook erg warm op het balkon, waar bijna iedere avond wel een windje gaat waaien en de temperatuur een beetje zakt. Nu blijft het tot na middernacht ruim boven de 30 graden en is het windstil. Op de slaapkamer is het bijna niet uit te houden, zo benauwd is het er. Muggen, die zo klein zijn dat ze door de mazen van het muskietennet kunnen, zoemen om je heen. Ze steken je venijnig, waar ze maar kunnen. Zelfs de antimuggen stick helpt niet om ze op afstand te houden. Het enige wat je kunt doen is opstaan en op het balkon, waar het inmiddels is afgekoeld tot 25 graden, het ochtendgloren af te wachten. Tegen die tijd verdwijnen de muggen meestal en kunnen we misschien nog een paar uurtjes slapen.

 

 

11 juli 2006.

Vanwege de gammele nacht gebeurt er vandaag niet veel. Ik leg op mijn gemak wat dingen bij elkaar die naar het grof vuil kunnen. Er zijn briefjes in het dorp opgeplakt dat morgen een wagen van de gemeente langs komt. Je kunt alles wat je kwijt wilt naar het verzamelpunt bij het kerkplein brengen. Wat ik heb is niet veel. Het zijn voornamelijk de oude planken die ik van het balkon heb gesloopt en er ligt nog een oude geiser, die ik ooit had willen gebruiken om warm water te hebben voor de douche en de keuken. Maar ik heb die ergens gevonden en weet dus niet of die wel goed is. Nu heb ik uit Nederland een vrij nieuwe elektrische boiler, die ik van mijn buurman heb gekregen, meegenomen en kan de geiser dus weg. Samen met Ine breng ik de spullen naar de verzamelplaats. Er is flink opgeruimd, want er ligt al een hele berg afgedankt huisraad: veel kapotte stoelen, oude bedden, kastjes en kasten, die allemaal beschadigd of uit elkaar gehaald zijn. We kijken of er nog iets bij zit wat we voor ons huis kunnen gebruiken, maar het meeste lijkt toch weggegooid, omdat het echt niet meer bruikbaar is. Zelfs een Nederlandse antiquair zou het teveel moeite vinden om hier iets uit te halen en op te knappen. Ine neemt wel een groot zo goed als nieuw houten spieraam mee, waarop linnen gespannen kan worden om op te schilderen. Gelukkig kan dat uit elkaar, anders zou het niet in de auto passen. Zo’n raam komt nog wel eens van pas (en neemt niet veel ruimte in, zolang je het in onderdelen kunt opslaan).

 

De cursus dinosaurus maken brengt veel mensen op de been. In het begin van de avond is het nog niet zo druk, maar hoe later het wordt, hoe meer belangstellenden komen binnenlopen. Er wordt flink aan de dinosaurus gewerkt, maar er wordt ook heel wat afgekletst, want iedereen kent iedereen. Dus de cursus zal voor een groot deel ook wel voor de gezelligheid zijn. We proberen daar vrolijk aan mee te doen en het lukt vooral Ine aardig om af en toe een praatje in het Spaans te maken met een van de vrouwen of met de begeleidster van het museum, die er ook weer is.

Het plakken van de stukjes papier gaat intussen gestaag door. Vandaag wordt de dinosaurus uitgebreid met een aantal bulten op zijn lijf en wordt een vleugel uit het piepschuim gesneden. Deze wordt ook weer eerst beplakt en zal pas later aan de romp worden gemaakt net zoals de kop, de onderkin en de verschillende horens, die nu nog allemaal afzonderlijke onderdelen zijn. Dat is niet alleen voor de handelbaarheid van de dinosaurus een stuk makkelijker, maar daardoor kan er ook op meer plekken tegelijk aan gewerkt worden. En dat verhoogt weer de gezelligheid.

 

12 juli 2006.

Het plafond boven de trap naar het balkon begint gestalte te krijgen. De koppen van de balkjes zijn in de menie gezet en liggen op hun plaats. Voor twee van de drie heb ik al een oplossing gevonden voor de bevestiging. De derde wordt met een klem en een hulplat op zijn plaats gehouden, zodat ik weet waar die gaat komen. Nu moet ik ergens een beetje specie zien te vinden om het hout in de muur te verankeren. Dan kan het niet meer van zijn plaats en draagt het beter, denk ik. Ook heb ik het kozijn alvast een beetje schoon gemaakt en ontdaan van zijn oude scharnieren. Dat is nog een hele klus, want die zijn ouderwets bevestigd. Dat wil zeggen dat ze in het hout geslagen worden en dan vanuit de zijkant met spijkers zonder kop worden vastgezet. Het kost heel wat moeite om die spijkers eruit te krijgen, voordat je het scharnier uit het hout kan verwijderen. Tenminste, als je het hout niet al te veel wil beschadigen. Omdat ik het heel voorzichtig doe, kunnen de gaten die nu ontstaan zijn, makkelijk met plamuur worden gladgestreken.

 

Na het avondeten maken we een wandeling. We nemen de weg naar een bijzonder kerkje, dat als een soort pelgrimsoord bekend staat. Ieder jaar met Pasen trekken de bewoners in de omtrek in processie naar de kerk en hebben daar dan een eredienst. Je kunt op die plaats ook picknicken op het terrein rondom de kerk, waar bomen voor  schaduwrijke plekken zorgen. We hebben wel vaker gezien dat bij kerkjes, die ergens buiten het dorp op een mooie plek gebouwd zijn, ook picknick plaatsen zijn. Misschien is het oorspronkelijk bedoeld om de pelgrims gelegenheid te geven uit te rusten van hun vermoeide tocht en wat te eten en te drinken in de schaduw van de bomen die er staan.

Wij halen het kerkje niet. We hebben al een tijd bergop gelopen en zien wel waar we heen moeten, maar we zijn eigenlijk niet voorbereid op zo’n verre wandeling. Dus halverwege keren we om en genieten we van het mooie uitzicht, dat er aan deze kant van de berg toch weer heel anders uitziet dan vanaf ons balkon. We kunnen nu ook opzij en een beetje achter de berg kijken, waar we tegenaan wonen. Dus dat is al de moeite van het tochtje waard. Een volgende keer gaan we eerst met de auto een eindje en wandelen dan het laatste stuk. Wat ons nog wel opvalt is dat de erosie op deze weg zo duidelijk is. Op sommige stukken zie je dat er veel grond naar beneden komt bij hevige regen. Omdat de weg steil is, krijgt het water in de goot ernaast erg veel vaart, zodat het hard naar beneden stroomt. Het gevolg is dat ook de weg zelf afkalft.. Hier en daar wordt wel geprobeerd met stenen de vaart te remmen of door duikers onder de weg te maken het water een andere kant op te leiden. Maar zo te zien helpt dat niet altijd en is de natuur weerbarstiger.

 

13 juli 2006.

De specie is gevonden, de balkjes  liggen op hun plaats, het plafond kan worden gemaakt. De volgende stap is het hout dat er op getimmerd moet worden. Maar dat is voor morgen.

Aan het eind van de middag gaan we naar de stad. We vertrekken met erg veel wind en onderweg krijgen we een paar flinke stortbuien over ons heen. Ook in de stad is het nog steeds winderig en regent het af en toe stevig. Het internet doet het niet, vanwege het onweer waarschijnlijk. We besteden veel tijd in de Chinese bazaar, waar werkelijk van alles te koop is, wasmiddel, speelgoed, computerbenodigdheden, ondergoed, gereedschap, fotocamera’s, kleding en verzin het verder maar. Het kost veel tijd de hele winkel door te lopen, waardoor we de echte boodschappen in de grote supermarkt met wat meer haast moeten doen. Daar komen we ook meer toeristen tegen uit België en Nederland, die op de dichtbijgelegen camping staan. Tot twee maal toe valt het licht uit in de supermarkt. Maar beide keren floept onmiddellijk de noodverlichting aan, zodat iedereen gewoon door blijft winkelen. Het duurt ook niet lang. Gelukkig maar, want anders zou je misschien niet eens kunnen afrekenen bij de kassa.

We haasten ons naar huis, want vanavond begint de Spaanse zomer op de Nederlandse televisie met een hele serie films. Dat willen we niet missen. Onderweg terug zien we hier en daar wat de regen heeft aangericht. Op sommige plaatsen langs de weg liggen stenen en modder. Daar bleken de zijkanten niet bestand tegen de wateroverlast en zijn delen daarvan omlaag gekomen. Het is niet hinderlijk voor het verkeer. Het zal hier wel vaker gebeuren dat de veegploeg langs moet komen.

Om 8 uur komen we thuis en 5 minuten later zitten we met een bord eten op onze schoot naar de eerste Spaanse film (Hable con ella) te kijken. De tweede (Lucía y el sexo) is meteen al een uur later, maar dan hebben we intussen al een glaasje wijn voor ons.

 

14 juli 2006.

De eerste planken zitten er op. Het plafond is grotendeels dicht. Maar nu is het hout op. Ik heb berekend hoeveel ik nu nog nodig heb om het af te maken en wat er voor de deur besteld moet worden.

 

Op het moment dat we willen vertrekken begint het net als gisteren hevig te waaien. Overal om ons heen horen we van alles slaan en klapperen. We maken voor de zekerheid alle ramen dicht, want de wind gaat nu wel erg tekeer. Het ziet er naar uit dat er ieder ogenblik een bui kan losbarsten, dus wachten we maar even met naar de auto lopen. Een stevige donderslag en de eerste grote druppels beginnen tegen de ramen te kletteren. En niet zo zuinig ook. Daarbij blijft het stormachtig. Boven de daken van de huizen in de vallei zien we dat het water bijna horizontaal naar beneden komt. Ons overdekte balkon met alles wat erop staat, is in een mum van tijd doorweekt. Het onweer woedt in alle hevigheid. Bliksems en donderslagen, die soms wel erg dichtbij inslaan, knetteren door de lucht. Intussen zijn we in een tropische bui terechtgekomen. Uit de afvoerpijpen gutst het water van de daken en vormt in de straat een stevige stroom, die kolkend zijn weg naar beneden zoekt. De huizen beneden ons zijn niet meer te onderscheiden door de dichtheid van de regen en het opwaaiende, uiteenspattende water.

Even plotseling als de storm is opgestoken, luwt hij weer. Het regent nog, in de verte nog een bliksem en wat gedonder, maar het lijkt rustiger te worden. Het is maar schijn. Blijkbaar komt het onweer niet over de bergen heen. Niet veel later hebben we de bui weer boven ons, zij het met minder tot geen wind. Er blijft veel water vallen, dat nu loodrecht naar beneden komt. Daardoor kunnen in ieder geval de ramen weer even open om de frisse lucht binnen te laten. Het is lekker afgekoeld.

Zodra het wat lichter wordt en de regen is gestopt, lopen we het dorp in om de benauwdheid van ons af te schudden. Wat een bende! Het dorpsplein ligt overdekt met leem en stenen. We zoeken de oorsprong van deze modderstroom en zien dat hij een lange weg met verschillende bochten heeft afgelegd vanaf een veel hoger gelegen deel aan de rand van het dorp. De hele route licht bezaaid met keien en soms ligt er wel een 10 centimeter dikke laag klei, dat allemaal van het naastgelegen land of van de heuvel verderop afkomstig moet zijn. Wat een kracht heeft water dat in minder dan een uur zo’n ravage kan worden aangericht.

Later op de avond kleurt de lucht aan alle kanten rood, morgen is het vast mooi weer.

 

15 juli 2006.

De voordeur moet nodig worden nagekeken. Hij is uitgezakt, een scharnier zit los en het slot heb ik een vorige keer provisorisch opnieuw bevestigd, maar moet nu maar eens definitief worden gemonteerd. Het vervangen van de voor deze deur te kleine scharnieren is geen groot probleem. Ze hoeven niet ingehakt te worden, want het lijkt hier gebruikelijk ze gewoon aan de buitenkant op het hout van het kozijn en de deur te plaatsen. Nu ik de deur toch los heb, kan ik deze meteen wat fatsoeneren. Een flinke klap en hij is ongeveer weer haaks. Aan de binnenkant breng ik houten plankjes als versteviging aan, zodat hij niet opnieuw kan uitzakken. Bij het weer ophangen zit het slot nu te hoog. Omdat dat ook nog moest worden aangepakt, sloop ik het er meteen helemaal vanaf en besluit daar een nieuw stuk hout te maken en een nieuw slotgat te boren, zodat alles weer lange tijd mee kan. Daar heb ik wel wat extra gereedschap bij nodig. Dus dat wordt vandaag nog boodschappen doen. De deur wordt aan de binnenkant gebarricadeerd met een balkje en we vertrekken door de achteruitgang.

De ijzerwinkel en de houtleverancier in de stad blijken vandaag gesloten te zijn. We hebben het in ieder geval geprobeerd. Het internet in het café is ook nog steeds buiten werking, maar nu krijgen we daar ook een verklaring voor. Tijdens een onweer is de verbinding weggevallen. De provider weet niet waar de oorzaak precies zit of hoe het hersteld moet worden. Er blijkt in een telefoonwinkel elders in de stad ook een mogelijkheid te bestaan om te internetten, maar deze is slechts op beperkte tijden open. Net als ik kom is alles bezet. Dus pech.

 

Bij het terug lopen naar de auto komen we langs de kerk, waar juist een trouwpartij heeft plaatsgevonden. Het is een drukte van belang. Veel mensen die op een of andere manier bij de bruiloft betrokken zijn, maar ook veel toeschouwers staan op het plein te kijken hoe de bruid eruit ziet en wie er allemaal zijn. Door sommige bruiloftsgangers wordt snel nog even een zakje rijst gekocht, voordat het bruidspaar de kerk verlaat. Op dat moment wordt er volop gestrooid, gefilmd, gefotografeerd en is het een drukte van belang. Voor de kerkdeur moeten alle familieleden en bekenden in groepjes op de foto met het bruidspaar, hetgeen een hele organisatie is, want iedereen moet steeds overal vandaan gehaald worden uit de menigte. Maar het lukt. Ter afsluiting wordt er nog wat vuurwerk afgestoken en kunnen de genodigden vertrekken om elders het feest verder te vieren.

 

16 juli 2006.

Op aanplakbiljetten hebben we gelezen dat in een dorp in de buurt vandaag feest is. Dat begint met een dienst in de kerk en vanavond is er een accordeonist. Er wordt wijn en bier geschonken en er kan gedanst worden op het plein. Omdat de oude Romaanse kerken bijna nooit open zijn, besluiten we in ieder geval naar de dienst te gaan, zodat we eens binnen kunnen kijken. We zijn vroeg. De kerk is al open en wordt opgemaakt voor de eredienst, de kaarsen zijn aangestoken. De inrichting is sober. Wit gepleisterde muren en een eenvoudig altaar zonder al de opsmuk die je in veel Spaanse kerken uit latere tijdperken ziet. De persoon die als koster dienst doet, maakt voor ons alvast de lampen aan, zodat we alles beter kunnen zien. Tegen een van de zijmuren is nog een Maria altaar.

Er staan een paar mannen buiten, van wie er een vroeger de diensten muzikaal begeleidde. Hij maakt een beweging alsof hij toen accordeon speelde. Hij is ook de klokkenluider. Maar dat gaat vandaag mis. Na enkele slagen is er geen beweging meer in het touw te krijgen en het kleppen valt stil. De vraag is in hoeverre het wat uitmaakt in deze kleine gemeenschap, waar iedereen van alles op de hoogte is. Het luiden van de klok is meer symbolisch, het hoort erbij.

Voor de kerk verzamelen de mensen zich. Het dorp is niet groot. Er wonen 15 à 20 mensen. De verwachting van een van de oude mannen is dat er niet veel meer zullen komen. Maar dat valt mee. De kerk loopt aardig vol. Alle banken zijn bezet en achterin staan nog wat mensen. Dat betekent dat er toch zo’n 50 personen zijn van jong tot oud, waarschijnlijk ook uit de omgeving, waar verschillende boerderijen in het land liggen.

De dienst wordt geleid door een priester, die even tevoren is aangekomen en zelf de attributen heeft meegebracht. Alles is in het Catalaans, zodat we weinig van de teksten begrijpen, maar we kunnen alles globaal volgen, omdat het niet verschilt met soortgelijke ceremonies in Nederland. Na de zegen verlaten de mensen de kerk en staan voor de poort in groepjes bij elkaar. Het is een goede gelegenheid de laatste nieuwtjes uit te wisselen of gewoon wat bij te praten. Daarna wordt het weer stil in het dorp, totdat vanavond het feest begint en er muziek is op het dorpsplein. De priester is intussen vertrokken met zijn spullen voor een dienst in een volgend dorp.

 

Niet veel verder staat op een heuveltop een groot kasteel, dat in de Middeleeuwen deel uitmaakte van de verdedigingslinie tegen de Moren. De eerste keer dat wij er waren, stonden enkel nog wat muren overeind. Nu is men bezig met het restaureren van de ruïne. Eén vleugel is weer opgebouwd en kan van binnen bezichtigd worden. Er is een gids, die tegen betaling een en ander vertelt. Maar we verstaan te weinig van het Spaans, dus mogen we wel binnen kijken, maar hoeven we niets te betalen. Als we vragen hebben, kunnen we die stellen. Deze worden in wat Engels en Frans beantwoord. We begrijpen dat niet alles zal worden herbouwd, want een deel van het kasteel is tijdens een aardbeving in de diepte verdwenen en heeft dus geen fundament meer. Een ander probleem is dat in de loop der eeuwen veel oorspronkelijke stenen verdwenen zijn voor de huizen in het nabijgelegen dorp halverwege de heuvel. Het geld voor de wederopbouw wordt onder andere verzameld door het organiseren van concerten, die op het terrein van het kasteel gegeven worden. Het is overigens maar de vraag of de kerk (links op de foto) ook zal worden herbouwd, want het schijnt dat daarvan geen beschrijvingen zijn hoe deze er moet hebben uitgezien. Bovendien staat die in feite buiten het terrein van het kasteel.

In het lager gelegen dorp schijnen nog maar één of twee mensen te wonen. Er leidt een weg naar toe, maar bij het eerste huis houdt die op. Vandaar loopt er een smal pad door het dorp, dat je van het ene naar het andere huis voert. Er staan trouwens nauwelijks bewoonbare huizen. Alles lijkt al geruime tijd verlaten te zijn. De kerk geeft een verwaarloosde indruk, maar als je door het sleutelgat naar binnen gluurt, zie je vaag dat de kandelaars nog op hun plaats staan, alsof er ieder ogenblik weer een dienst gehouden kan worden. Er is niemand die kan vertellen of dat ook het geval is, of wie de sleutel heeft om even binnen te kunnen kijken.

Lege huizen wekken onze nieuwsgierigheid op. Als er ergens een deur openstaat gaan we voorzichtig naar binnen – wie weet zak je door de vloer – om te zien hoe zo’n oud huis er uit ziet. De indeling is verrassend. Je hebt verschillende niveaus. Je gaat een meter  naar beneden en komt in een ruimte, waar van alles aanwezig is om je grond, je moestuin, je vruchtbomen te bewerken en je beesten te houden of waar je de oogst, zoals olijven kunt verwerken tot olie en je voorraden kunt opslaan. Je kunt ook een meter omhoog en dan kom je in de leefruimtes, keuken, woonkamer, slaapvertrekken, waar je soms ook weer een extra tree omhoog moet om in een ander vertrek te komen. Waar het donker is en grote kieren naar buiten zijn of ramen zijn verdwenen, hangen hier en daar vleermuizen aan de balken, die geschrokken van het onverwachte bezoek heen en weer vliegen en soms rakelings boven je hoofd scheren. Het blijft gissen wat zich in deze huizen heeft afgespeeld. Was dit een bakkerij, werd hier nog wijn gemaakt of olijfolie? En vooral: wanneer en waarom zijn deze huizen verlaten? Een leuk thema voor een documentaire? Het geeft in ieder geval zin aan je nieuwsgierigheid die oude huizen van binnen te bekijken.

 

Het weer is die avond te slecht om nog naar het feest te gaan. Ook al klaart het later op, besluiten we toch thuis te blijven en af te wachten tot er een feest in ons eigen dorp is. Dat schijnt komend weekend al zo te zijn.

 

17 juli 2006.

In de stad is het aardig druk als wij aankomen. Het is markt. De timmerman is er pas om één uur, dus gaan we eerst maar de andere boodschappen doen. Het is moeilijk een parkeerplaats te vinden in het centrum, maar met wat geduldig rondrijden kan ik toch een plek veroveren, die niet al te ver van de winkels vandaan is. We verdelen de taken. Ine wil graag rondneuzen in de bazaar en ik wil graag mijn e-mail lezen, naar de ijzerwinkel en om één uur hout halen. We spreken af dat we in het internetcafé op elkaar zullen wachten. Het internet is daar echter nog steeds buiten bedrijf, dus ik ga naar de telefoonwinkel en daar blijkt vandaag wel een plek vrij te zijn. Kan ik in ieder geval het thuisfront eindelijk even berichten hoe het er mee gaat en kijken wat zij te melden hebben. De andere boodschappen leveren ook geen problemen op. De gereedschappen zijn er, het hout is op voorraad en kan door de timmerman in de juiste lengte worden gezaagd. Past het meteen goed in de auto.

 

Thuisgekomen is het intussen tijd voor het eten en de siësta. Omstreeks half zes wordt er op de voordeur geklopt. Ik kijk uit het raam en zie één van de oude dames van de kaartclub, die ons uitnodigt om die avond om zeven uur naar het clublokaal te komen. Daar blijkt een tafel feestelijk gedekt te zijn met bordjes, bekertjes, vorkjes en messen, een doos koekjes, limonade en in het midden een grote kwarktaart, speciaal voor ons gemaakt.

van links naar rechts:

Irena (81) - Consuela (87) - Maria (95)
Aurelia (86) - Emilia (82)

De dames van de kaartclub zijn allemaal aanwezig en nodigen ons uit aan tafel te gaan zitten, zodat de taart kan worden aangesneden, voordat deze warm wordt. Iedereen krijgt een groot stuk en een bekertje limonade. Het is voor de foto’s die ik vorige keer heb afgeleverd en de nieuwe die ik heb gemaakt als groepsfoto. We ontkomen niet aan tweede stuk en we moeten ook van de koekjes eten en limonade blijven drinken. Intussen lukt het aardig om een gesprek op gang te houden. De dames zijn best blij met ons, want niet alleen vinden ze het gezellig af en toe een babbeltje te maken, ze laten ook merken dat de leegstand in het dorp en de vele ruïnes de leefbaarheid niet vergroten. Een van de dames heeft hier 70 jaar gewoond en dus de hele neergang meegemaakt. Toch hebben wij al kunnen constateren dat in de loop der jaren dat wij hier komen, er meer en meer oude en vervallen huizen worden opgeknapt. Met het dorp komt het dus wel weer goed, alleen gaat het niet zo snel.

Als een van de vrouwen af en toe alleen maar Catalaans spreekt, wordt het door een ander vertaald in het Castilliaans. Zo komen we er bijvoorbeeld achter dat het huis waarin wij wonen – een van de dames is onze buurvrouw – meer dan 300 jaar oud moet zijn. En zo komt er meer van de geschiedenis van ons dorp boven tafel, zoals bijvoorbeeld dat het oudst geschreven Catalaans uit dit dorp schijnt te komen. Het dorp heeft dus een rijke historie, waarvan nog iets terug te vinden is in de kerk. Zondag zal deze open zijn en kunnen we binnen een kijkje nemen. Maar daarvoor is er eerst feest te beginnen op zaterdagavond om 0.00 uur op het binnenplein. Ik heb niet afgesproken dat ik dan ook ga dansen.

 

Om de taart wat te laten verteren gaan we nog een stukje wandelen. We zijn al een paar dagen niet bij de “bron” geweest en dus benieuwd hoe dat nu gaat na al die hoosbuien van de afgelopen dagen. We zien onderweg al dat er veel naar beneden is gekomen. Vooral op de zanderige hellingen zijn geulen ontstaan, waarvan wij ons afvragen of die er eerst ook al waren. Het lijkt of er veel meer stenen op het pad liggen dan voorheen. Een zwarte streep trekt onze aandacht. Een snelweg van mieren, die blijkbaar op zoek zijn naar een nieuw onderkomen, want het is een hevig verkeer daar op de grond vanonder een paar stenen naar een pol gras verderop. Van de bron lijkt niet veel meer over. Er druppelt nog wel wat water naar boven en je kunt zien dat vanaf daar nog wat vocht naar beneden loopt, maar het geultje maakt nu deel uit van een opgedroogde geul die van veel hoger komt. De kracht van het van de heuvel stromende water heeft de bron min of meer verzwolgen. Toch is er nog een teken van leven op die plek en zien we de sporen van een hond of een vos, die daar waarschijnlijk is komen drinken. We blijven het dus maar in de gaten houden.