28 juni 2006.

Enkele dagen geleden zijn we vanuit Nijmegen vertrokken, vanwaar we een toeristische route door België en Frankrijk volgden. We hebben het op ons gemak gedaan en de tijd genomen door de “péages” te vermijden en te genieten van de typische Franse uitzichten, die je vooral te zien krijgt als je de nationale wegen volgt. Pas vanaf Toulouse, waar de weg intussen wel bekend is, zijn we op de snelweg gegaan om zo snel mogelijk door te rijden naar ons huis in de Pyreneeën. Vandaag hebben we weer eens voor de weg door Andorra gekozen. Andorra lijkt momenteel wel één grote bouwput. Je kunt maar langzaam rijden, want overal langs de weg staan hoge bouwkranen en is men bezig met het opzetten van nog meer grote gebouwen, ongetwijfeld hotels en warenhuizen, waar je goedkoop drank, sigaretten, brandstof en meer kunt kopen. Wij laten ons uiteraard ook verleiden en stoppen bij een van de grote warenhuizen om een paar flessen wijn en sterke drank te kopen. Meteen doen we maar de boodschappen voor de eerste dagen in Spanje, want we hebben natuurlijk niets anders in huis dan de gebruikelijke voorraad houdbare producten, die er altijd achterblijven voor het geval we eens plotseling binnenvallen, of niet in de gelegenheid zijn vóór aankomst een winkel aan te doen. In het restaurant nemen we het menu van de dag, aardig wat keus en niet erg duur. Eigenlijk hebben we iets te veel drank ingeslagen, maar de Spaanse douane laat ons na een vluchtige inspectie verder reizen. In drie dagen hebben we 1814 kilometer gereden en komen we om half vier ‘s-middags aan in ons dorp na ons huis meer dan een jaar geleden achter ons op slot te hebben gedaan.

 

De auto staat nog niet stil in het straatje of de oude buurvrouw, die de vorige keer al die weken afwezig was, opent haar deur om ons welkom te heten. Het lijkt wel of ze ons heeft gemist, zo blij leek ze ons weer te zien. Met handen en voeten proberen we in het Spaans en Catalaans wat terug te zeggen. Maar dat valt nog erg tegen deze eerste dag.

De auto is in korte tijd uitgeladen. Alles staat in de hal beneden om van daaruit een plaats te krijgen in de verschillende kamers. Maar we willen eerst het hele huis doorlopen en vooral op het balkon naar het uitzicht kijken. De stoppels van het graan, dat grotendeels al geoogst is, kleuren de velden goudgeel. Het stro van het koren ligt hier en daar nog op rijen en heel ver weg loopt een kudde schapen te scharrelen op zoek naar verse, groene sprietjes en verloren korenaren. Aan alle kanten zie je grote, ronde balen op de akkers liggen, waar het stro al bijeengegaard en samengeperst is.

Het is warm buiten, we meten tegen de 30 graden, maar in huis is het koel. Toch gaan ramen en deuren open om de lucht van de lange leegstand eruit te laten waaien. Terwijl Ine de spullen voor de keuken uitpakt en de koelkast vult, veeg ik het balkon schoon. Er hebben blijkbaar heel wat vogels gebruik gemaakt van de accommodatie tijdens onze afwezigheid. Het balkon ligt bezaaid met vogelpoepjes en uit de afvoer van het hemelwater haal ik een verlaten nest. Er vliegen trouwens ook heel wat mussen af en aan, die tussen de stenen van de buitenmuur een beschutte plek hebben gevonden om hun nesten te bouwen. Als het balkon schoon is zet ik de vorige keer al geïnstalleerde satellietschotel op zijn plaats en sjouw de meegebrachte televisie naar de huiskamer. Na een beetje nauwkeuriger richten van de schotel kunnen we de Nederlandse en Spaanse publieke zenders ontvangen, zoals we dat thuis gewend zijn. Via de satelliet kun je wel de internationale Spaanse televisiestations ontvangen, maar de lokale zenders moet je gewoon met een antenne binnenhalen. Het is meteen raak als ik de televisie aanzet. We vallen midden in een kabinetscrisis in Nederland, waar we nu niets van hoeven te missen. Onderweg door Frankrijk hebben we geen kranten gezien en geen radio aan gehad. We zijn dus erg verrast door de recente ontwikkelingen. Ik volg de Tweede Kamer debatten weliswaar met grote belangstelling, maar tegelijk met slechts een half oog. We kwamen immers op de eerste plaats om te genieten van het steeds veranderende uitzicht vanaf het balkon, waar we tot ‘s-avonds laat kunnen blijven zitten. Laten ze in Den Haag dan maar praten en belangrijk zijn. Achteraf blijkt dat tot half zes in de ochtend te hebben geduurd.

 

29 juni 2006.

Niemand heeft haast. De temperatuur is alweer opgelopen, dus kun je beter in huis blijven en alle ramen en de gordijnen aan de zonzijde dicht houden. Er moet nog van alles op zijn plaats worden gezet en aangesloten dus is het niet zo erg dat we niet naar buiten hoeven. Boven in het huis heb ik het kamertje achter het balkon ingericht als werkkamer. Ine heeft haar eigen kamer een verdieping lager. Ik heb op het laatste moment nog een thuis overbodige computer meegenomen en daar ben ik wel even zoet mee. De harde schijf moet worden schoongemaakt, waarna deze opnieuw kan worden geïnstalleerd, zodat dit apparaat in Spanje kan achterblijven. Voortaan kan ik de digitale foto’s die ik onderweg maak, meteen op een cd-rom branden. Dan kan er niet alleen niets meer mee gebeuren, maar heb ik ook de geheugenkaartjes weer vrij voor gebruik. Bovendien kan ik de foto’s meteen sorteren, zodat ik daar straks thuis niet al te veel werk meer aan heb. Ook kan ik nu de tekst van dit verslag alvast voorzien van illustraties om deze straks als complete webpagina’s op het internet te  zetten.

 

 

Het geluid van een tractor klinkt van ver en mengt zich met het hevige getjilp van de mussen, die af en aan vliegen. Vanaf het balkon zie ik hoe op een veld het stro tot ronde balen geperst wordt, die vervolgens door het apparaat achter de tractor worden uitgepoept. Bijna overal waar je kijkt liggen balen op het land te drogen in de zon, totdat ze kunnen worden binnengehaald. Als het dan maar niet gaat regenen. Daar ziet het af en toe even naar uit. De bewolking voorspelt onweer, maar alles drijft over en het wordt niet koeler.

Tegen de avond horen we geblaat en tinkelende bellen. We speuren het dal vóór ons af om de bron van het geluid te achterhalen. In de verte komt een grote groep schapen een veld op waar al eerder het graan vanaf is gehaald. De kudde verspreidt zich om de groene sprietjes en de achtergelaten strootjes op te peuzelen. Bij iedere beweging rinkelen de bellen om hun nek en verschaffen ons een landelijk achtergrond muziekje in de vroege avond.

 

 

Tot de herder het genoeg vindt. Hij laat de honden de dieren weer bij elkaar jagen om verder te trekken. Onder luid geroep tegen honden en onwillige schapen onttrekt de kudde aan de andere kant van de akker zich aan ons gezicht via een dieper gelegen veldweg. Een enorme stofwolk blijft achter. Het geklingel blijft lang nagalmen tegen de wanden van de holle weg, maar versterft langzaam. Het geluid van de immer tjilpende mussen, die rondom het huis vliegen, krijgt weer de overhand.

Het heeft nog steeds niet geregend. Het koelt nauwelijks af. Ine meet nog bijna 30 graden op haar thermometer. Wel kleurt de bergwand in het oosten rood in de avondzon. Voor morgen wordt mooi weer voorspeld.

 


 
 

30 juni 2006.

Het huis is een beetje primitief ingericht. Er is stromend water en elektriciteit, maar er is geen badkamer. Je kunt je wel wassen aan een wastafel, waar alleen koud water uit de kraan komt. Je kunt ook naar de wc, maar daar moet je na gebruik wel een emmer water doorheen gooien, want een stortbak om gewoon door te spoelen is er niet. Bovendien moet je voor deze sanitaire voorzieningen helemaal naar het onderste gedeelte van het huis. Vanaf het balkon, waar we de meeste tijd doorbrengen, zodra de temperatuur dat toelaat, is dat een hele afstand. Ook de keuken, die samen met de woonkamer op de tweede verdieping is, is niet van alle gemakken voorzien. Dat hoeft uiteraard ook niet, tenslotte woon je er steeds maar tijdelijk. Toch kunnen enkele aanpassingen wat meer gemak opleveren om het verblijf hier nog prettiger te maken. Ik heb me dus voorgenomen een douche en een wc te bouwen op de eerste verdieping. Dat is de begane grond als je gewoon de voordeur binnenkomt. Daarvoor neem ik van thuis gereedschap mee, omdat ik iedere keer vergeet wat hier al ligt. Vandaag heb ik dus eerst een inventarisatie gemaakt. Het meeste gereedschap van wat ik heb meegenomen kon ik meteen weer inpakken om mee terug te nemen.

Of het er van komt de douche en de wc te bouwen is nog maar de vraag. Vorige keer had ik daar ook al aan willen beginnen, maar toen heb ik eerst een raam gerepareerd, de scheuren en gaten in mijn werkkamer aangesmeerd en er een nieuwe deur gemaakt, omdat de oude van narigheid uit elkaar viel. Deze keer staan er weer nieuwe reparaties op de agenda, zoals het herstel van de voordeur en het bijwerken van de gevel, waar enkele brokken stucwerk zijn afgevallen. Dat zal ik toch eerst moeten doen, omdat dat te maken heeft met het behoud van het huis. Ook wil ik graag het dak op om het rookkanaal van de open haard in de woonkamer wat hoger op te metselen. Ik heb de indruk dat er geen trek in de schoorsteen zit, omdat deze niet boven het dak uitsteekt. Er zit bovendien geen kap op, zodat je de regen op de vuurplaats hoort spetteren als je beneden zit. Op het balkon moet een nieuwe deur komen, die goed kan worden afgesloten in verband met de vogels, die bezit nemen van het balkon, zodra wij het huis verlaten hebben. Het is niet de bedoeling dat die in het huis kunnen komen en daar de boel vervuilen.

 

1 juli 2006.

Er moeten wat boodschappen gedaan worden voor het weekend. De gewone dagelijkse dingen om te kunnen eten en drinken. Ik heb ook haakjes nodig om gordijnen op te hangen en er zijn een paar lampen kapot die vervangen moeten worden. Hoewel in ons huis de stroom op 127 volt wordt geleverd, kun je niet overal de juiste lampen daarvoor kopen. In ons dorp is geen enkele winkel, zelfs geen bakker. Ik heb een speciale zaak in de stad gevonden die niet alleen de juiste lampen verkoopt, maar ook omvormers, zodat de meegebrachte apparaten die alleen op 230 volt functioneren, zoals de televisie, de decoder en de monitor van de computer, ook kunnen worden gebruikt. Ik haal niet alleen de nodige lampen, maar neem ook meteen een prepaid telefoonnummer van een Spaanse provider, zodat ik goedkoop naar Nederland kan bellen en gebeld kan worden. Al eerder heb ik in Nederland mijn mobiele telefoon geschikt laten maken voor andere providers. Voor het geld dat ik betaal, krijg ik niet alleen een Spaans nummer, maar ook een beltegoed voor een even hoog bedrag.

 

 

 

Het is gezellig druk in de stad. Op de Rambla, een grote wandelpromenade in het centrum met in het midden een brede laan van bomen, hebben cafés hun terrassen gemaakt. Daar zitten veel mensen een krantje te lezen met een drankje erbij. Kinderen spelen in de koele schaduw onder het dichte bladerdak van de platanen. De plek is een ontmoetingsplaats voor veel mensen die op zaterdag de stad in gaan om boodschappen te doen en weer wat bij te kletsen met bekenden.

 

Als we in de stad zijn lopen we ook altijd even een kiosk binnen om te kijken of er leuke tijdschriften zijn en vooral ook of er bij de kranten interessante bijlagen zitten. Soms kun je voor een paar euro een dvd of een boek kopen. Uiteraard zijn deze in het Spaans, maar voor ons is dat juist goed om de taal te leren. De oogst is echter mager. Er worden voornamelijk bijlagen verstrekt als er een nieuw blad gepromoot moet worden. Helaas gebeurt dat niet zo vaak meer.
Dan maar naar het café voor onze eerste cortado (een espresso met melk) van deze reis en om de e-mail na te kijken. Dat laatste wil vooral zeggen ongewenste berichten verwijderen. Dat kan aardig oplopen als je een paar dagen niet hebt gekeken. Er is geen nieuws van de kinderen, die overigens al per sms op de hoogte zijn gesteld van onze aankomst en daarop hebben gereageerd. Wel zo gemakkelijk.
 

Thuis eten we wat eenvoudigs en volgen we de Spaanse gewoonte om op het heetst van de dag een paar uur siësta te houden. Ik heb een muskietennet om het bed gespannen om de enkele vliegen, die steeds op je willen gaan zitten, van ons af te houden. Dat slaapt een stuk rustiger.

Pas tegen de avond wagen we ons buiten de deur voor een korte wandeling. Het is nog steeds erg benauwd. Boven ons wordt de lucht alsmaar donkerder. We gaan niet te ver van huis.  Er steekt een flinke wind op. Vlak daarna vallen een paar grote druppels. We spoeden ons naar huis, want ieder ogenblik kan er nu een onweer losbarsten. Een enkele bliksem, een hevige donderslag en een stevige bui passeren het dorp. Het onweer duurt niet langer dan 10 minuten. De regen houdt wat langer aan, maar de zon breekt alweer door. Boven het dal staat een vage regenboog. Het koelt gelukkig wel wat af.

 

2 juli 2006.

Het is opvallend rustig in het dorp, vast vanwege de zondag, maar misschien ook omdat het broeierig heet is. Op het balkon meten we in de schaduw 37 graden. We houden de deuren en ramen goed dicht, want zodra je ergens iets openzet voel je de warme lucht naar binnen stromen. Tegelijk is die warmte wel handig, zolang we geen douche hebben. Ine heeft een speciaal daarvoor gemaakte, stevige plastic zak meegenomen, waarin je water kunt doen. Wanneer je die zak vervolgens een paar uur in de zon legt en daarna hoog ophangt, kun je een kraantje opendraaien, waar een slangetje met een douchekopje aan zit. Zo kunnen we af en toe onder de warme douche, totdat de badkamer klaar is. Voorlopig hebben we deze oplossing nog wel nodig. Het lijkt me zelfs handiger eerst een goede plek voor deze waterzak te vinden.

 

In de avondzon gaan we een wandeling maken langs een van de vele veldwegen net buiten het dorp. Er waait een lekker windje, zodat het buiten nu goed uit te houden is. Langs de weg staan verwilderde granaatappelbomen. Opvallend is dat je aan dezelfde boom nog bloemen kunt zien, de eerste vruchtvorming en al behoorlijke vruchten, die overigens pas in het najaar rijp zijn. Ze zijn dan rood tot dieprood van kleur en zitten van binnen vol kleine pitjes met daaromheen wat vruchtvlees. Ze smaken een beetje zurig. Maar dat zurige kan ook komen, omdat wij de wilde hebben geplukt, die niet altijd voor consumptie geschikt schijnen te zijn.

 

 

 

Een klein eindje verderop lijkt het of we aan de bron staan van een rivier. Op het droge pad ligt een plasje water van minder dan een vierkante meter. Aan een van de uiteinden loopt een klein stroompje het pad naar beneden en verdwijnt langs de weg in een dichtbegroeide gleuf. We zien ook drooggevallen afvoerkanaaltjes van het regenwater dat eerder van de berg is afgekomen. Bijna al die kanaaltjes gaan om het plasje heen, maar verdwijnen wel in dezelfde geul. In het plasje is nauwelijks iets van stroming te zien. Alleen aan het eind, waar het overgaat in het smallere stroompje, zie je een rimpeling in het water als teken dat er wel beweging in zit. De werkelijke bron lijkt een gaatje met een doorsnee van slechts enkele centimeters in de bodem van het ondiepe plasje. Ik roer er met een stokje in om te kijken hoe diep het is. Het verdwijnt niet verder dan een paar centimeters onder het water. Wel komt er nu zandstof naar boven dwarrelen en verspreidt zich in het plasje. Het lijkt ons interessant genoeg om daar later nog eens naar terug te gaan en te zien hoe het verder gaat. Vooral als de droogte een paar dagen aanhoudt, zou het plasje er nog moeten zijn, als hier echt sprake is van een oorspronkelijk bronnetje. Of zou er gewoon een buis van de waterleiding gesprongen zijn? We gaan het de komende dagen onderzoeken en zullen onze bevindingen laten weten.

 

3 juli 2006.

Op maandag is er markt in de stad. Er staan vooral kramen met (dames)kleding, schoeisel en in mindere mate groente en fruit. De meeste mensen hebben immers hun eigen moestuintjes. Daar is trouwens ook op gerekend, want bij een paar stalletjes kun je ook jonge planten kopen voor mensen die hun eigen groente telen, zoals tomaten, verschillende kolen, sla, andijvie enzovoort. In een aantal kramen worden trouwens de spullen verkocht die de mensen zelf hebben geteeld. Je ziet dat het fruit en de groenten er niet zo glad en eenvormig uitzien als bij ons. Uit ervaring weten we dat de smaak echter een stuk beter is dan wat bij onze groentenman aan de Europese norm en de warenwet moet voldoen.

 

 

Het gaat ons alleen om wat fruit en een beetje groente en de gezelligheid van de drukte van al die mensen, die zelf hun plastic zakjes vullen bij de stallen met de spullen die ze nodig hebben. Dat betekent dat je wel eens lang moet wachten, omdat niet altijd duidelijk is, wanneer je aan de beurt bent. De bedoeling is dat je alles wat je wilt hebben bij elkaar zoekt en dat dan laat wegen en afrekent. Maar waar begint de rij en waar is men nog aan het verzamelen? Of is het net zoals sommige mensen in de supermarkt doen, die alvast hun karretje in de rij zetten en steeds weglopen om nog wat te halen? Uiteindelijk krijgen we wat we nodig hebben en kunnen we de markt, waar het steeds heter wordt, inwisselen voor een koele plaats in het café met een cortado en een flesje tonic. 

 

 

We nemen rustig de tijd om een paar Spaanse kranten door te nemen, voorzover we erin slagen de stukken goed te lezen. De hoofdlijn van een artikel is meestal wel te volgen, ook al omdat we door de televisie vaak al wat meer weten van het nieuws, zoals het bericht van het vallen van het kabinet, waaraan hier in de krant 10 regels worden gewijd. Hoezo imagoverlies in het buitenland? Dat speelt vooral in de hoofden van die mensen, die blijkbaar een kapstok nodig hebben om de gang van zaken af te keuren of zoals gewoonlijk demagogische argumenten gebruiken om hun doel te bereiken.

 

Terug in het dorp blijkt de post een brief verkeerd te hebben bezorgd in ons huis. Het is niet helemaal duidelijk voor wie de brief wèl is, maar de postbode heeft zelf nummers op de envelop geschreven, waaronder een nummer dat vroeger op een ander huis hing. Dat huis wordt – na heel lang leeg te hebben gestaan – weer bewoond. De deur staat steeds open en we horen er stemmen en gitaarmuziek. Een goede gelegenheid om eens op onderzoek uit te gaan. De brief blijkt ook niet voor deze mensen te zijn, maar ze zijn wel zo vriendelijk ons binnen te nodigen en het hele huis te laten zien. Het is een traditioneel gebouwd met verschillende verdiepingen en veel kamers op verschillende niveaus, die verrassend ruim zijn en steeds in elkaar overlopen. Dat laatste komt waarschijnlijk, omdat het huis een ruïne was, toen deze mensen het kochten en alleen de muren nog overeind stonden. De meeste vloeren waren naar beneden gestort en moesten dus opnieuw gelegd worden. Daar is een hoop werk aan verricht intussen, want vorig jaar werd het huis nog niet bewoond en zagen wij ook geen aanstalten dat het bewoond zou gaan worden. Wel werd er in het huis ernaast volop gebouwd door enkele jonge mannen uit Barcelona. Ook deze mensen komen daar vandaan en hebben het huis gekocht voor de weekends en de vakanties. Maar het is groot genoeg om veel familieleden, vrienden en kennissen uit te nodigen een paar dagen langs te komen. Wij zijn vanaf nu altijd van harte welkom: “mi casa es su casa”. We laten ons huis zien, wat een stuk kleiner is, maar wel een mooi uitzicht heeft over het dal. Hierdoor komen we er eindelijk achter, waarom we in ons huis maar 110 volt hebben. Bij het vernieuwen van de stroomleidingen in het dorp is geconstateerd dat de bedrading in ons huis niet was aangepast, waardoor we niet zijn aangesloten op 220 volt. Het is er dus wel, maar dan moeten eerst de leidingen worden vernieuwd. Dat laatste vermoedde ik al, want de dunne draadjes die overal door het huis lopen geven je niet echt het gevoel dat alles in orde is. Ik was overigens al begonnen met het vernieuwen van leidingen, zoals op mijn werkkamer, maar een paar stukjes moet ik dus overdoen. Andere stukken, zal ik versneld moeten doen, omdat niet helemaal zeker is hoelang die het nog zullen houden, zelfs op 110 volt.

 

 

nadenkertje voor liefhebbers van  techniek

  

4 juli 2006.

Ik heb een begin gemaakt met een paar makkelijke klussen. Allereerst een eenvoudig werkbankje in elkaar zetten, dat ik vanuit Nederland heb meegenomen (goedkope aanbieding van de Lidl, “altijd handig voor in Spanje”!). Dat zal straks ongetwijfeld een stuk prettiger werken dan de gammele stoelen, waarop ik voorheen een plankje zaagde. De basis is gelegd. Een slot in de deur van mijn werkkamer is het eerst aan de beurt. Daar was ik de vorige keer niet aan toegekomen. Dan kan deze voortaan gewoon dicht als het waait. Dat komt goed uit, want de wind is flink toegenomen.

 

Op dinsdag komt in ons dorp de bakker langs, omdat we zelf geen winkels hebben. Zodra de bestelauto komt aangereden toetert deze een paar keer. De dorpsbewoners hebben meestal van te voren al brood besteld, maar voor mensen als wij heeft hij altijd wel wat extra’s bij zich. Bij het eerste toeteren snelt Ine naar de weg om een vers broodje te kopen. Het worden trouwens chocolade croissants.

Op haar terugweg langs het pad naar boven komt ze tot de trieste ontdekking dat er een jong musje uit het nest dat tussen de stenen van de muur verscholen zit, is gevallen. Het ligt onbeweeglijk op de grond en Ine denkt dat het dood is. Maar als het vogeltje haar hoort naderen reageert het angstig en blijkt het nog in leven te zijn. Zijn moeder (of vader) komt aanvliegen met voer tussen de snavel, maar durft niet zo laag te komen. We kunnen het beestje niet terugleggen, want de nesten zitten te hoog en we weten niet uit welk nest het afkomstig is. Vanaf een dakrand op enige afstand kijkt de ouder toe hoe hulpeloos het jong daar ligt. Het musje heeft een flinke smak gemaakt en op zijn minst een pootje gebroken. Het beweegt nauwelijks meer. Af en toe gaan zijn oogjes open en probeert hij overeind te krabbelen. Maar het lukt hem niet op zijn beide pootjes te staan, want hij valt steeds om. Het lijden en het leven zullen niet lang meer duren. De volgende voorbijganger is een zwarte kat, die het jonge beestje zonder dralen in zijn bek pakt en als een prooi mee naar huis neemt.